Rijden tot het uiterste – het European Truck Racing Championship

Reportage

Truckracer.

Met Norbert Kiss op koers in Spielberg – onderweg met het team van Tankpool24 Racing.


De acceleratie drukt het lichaam van Norbert Kiss in de racestoel – de Actros verlaat de pitstraat. Schakelen, derde versnelling. Vlak voor de startbocht valt zijn lichaam naar voren in de gordels – en meteen drukt de snelheid hem weer terug in de stoel. Vol gas tot aan de tweede bocht, vierde versnelling. De 1 050 pk stuwt de race-Actros bergop. In de Jochen Rindt-bocht lopen de eerste zweetdruppels onder het racepak. Dit komt niet alleen door de hitte in de cabine, maar ook door de kick. De hartslag gaat flink omhoog. Wat een power! Kiss concentreert zich nu volledig op de bocht die eraan komt, zijn hoofd en lichaam schudden continu heen en weer in de racestoel. En steeds weer het gevoel: zo dadelijk vliegt de truck uit die verdomde bocht.

Morgen wordt het pas echt menens. “Dan weten we ook waar we staan”, aldus Kiss, truckracer voor het Tankpool24-team. Ter verklaring voegt hij eraan toe: “Dat is het Spielberg-circuit. Daar is de startpositie extreem belangrijk, omdat het parcours maar 2,1 kilometer lang is.” Kiss, die nu zijn helm heeft afgezet, veegt met de helmmuts over zijn gezicht. De truck achter hem begint hard te piepen door de te hoge remdruk. Koelvloeistof van de remmen stroomt het asfalt op en loopt dwars door de box. De racetruck verbruikt op het parcours ongeveer twee keer zoveel koelvloeistof als diesel.


Omdat de voorspoiler van de Actros de grond zou kunnen raken, moet deze er tijdelijk af.
Omdat de voorspoiler van de Actros de grond zou kunnen raken, moet deze er tijdelijk af.

Renstal Tankpool24 Racing heeft er al twee dagen hard werken op zitten: op de donderdag voor de race arriveert het team bij de Red Bull Ring in het Oostenrijkse Spielberg. Vanaf dan zoemen allereerst de accuschroefmachines. “De processen zitten in je hoofd, hoewel de laatste race in Le Mans zeven maanden geleden was”, zegt teamchef Markus Bauer. Hij maakt de spanband los die aan het achterwiel van de racetruck is bevestigd. De motor van de truck met nummer 24 begint te loeien. De 772 kW van de OM 460 dreunt door de paddock. De eerste fans, die tussen de boxen rondslenteren, kijken goedkeurend richting de Actros. De truck rolt langzaam van de oprijplaten van de trailer af. Het duurt uren voordat de teambox staat en de gereedschappen en reserveonderdelen daar zijn waar ze horen. De monteurs zijn tot 23.00 uur bezig: de turbo van de Actros moet worden vervangen.

De race in Spielberg is de eerste van het seizoen. Bauer: “Na het vorige seizoen hebben we de trailers helemaal leeggehaald. Als nu niet alles aanwezig is, hebben we een probleem.” Het team is tenslotte 600 kilometer verwijderd van de thuisbasis in Nürtingen. “Dat hoort ook bij de spannende dingen als het seizoen van start gaat.” Minstens net zo spannend is het of de twee Tankpool24-trucks bij de eerste race meekunnen met de snelste trucks. Beide trucks zijn in de winter uitgerust met nieuwe motoren met een cilinderinhoud van 12 800 cm3 en een koppel van 5 500 Nm. De twee zescilinder lijnmotoren zitten vrij achter de cabines, hetgeen er indrukwekkend uitziet, maar de concurrentie slaapt ook niet.



Al zes jaar in de racetruck.

Kiss reist vanuit zijn vaderland Hongarije naar de races. Hij is al twaalf jaar actief in de racewereld. Eerst reed hij in rallywagens, later in trucks. “Ik was meteen gefascineerd door racen met trucks. Nu ben ik al zes jaar van de partij”, zegt hij en hij klopt op de zijwandbekleding van zijn Actros. Hij is al twee keer Europees kampioen geworden.

Tijdens het seizoen zien de teamleden elkaar regelmatig. Om de paar weken vindt er een race plaats. In de winter staan er minder gezamenlijke bijeenkomsten op het programma. “Wat het team hier voor ons en ook het hele jaar door doet is sensationeel. Je moet je bedenken dat iedereen er een normale baan naast heeft”, zegt Kiss. Hij gaat in de Actros zitten en praat met monteur Stefan Honens over de vernieuwingen.



Inmiddels kan hij leven van het racen. De afgelopen jaren heeft hij enkele sponsors gekregen. Teamchef Bauer: “Het hele team heeft, wat betreft sponsors, in de afgelopen twee jaar een grote stap gemaakt. Dat betekent natuurlijk ook dat we moeten presteren.”

Er werken zestien personen voor het team en allemaal offeren ze hun vrije tijd op voor deze passie. Bauer bijvoorbeeld is sales manager bij Mercedes-Benz Trucks en nu al bijna twintig jaar van de partij bij het EK Truckracing.

Kiss staat bij de truck en praat met André ­Kursim, de tweede truckracer in het team, en Honens over de optimale afstemming van de trucks. Niemand vindt het fijn dat het begint te regenen. In de trainingssessies reed iedereen op oude banden, toen hoefde nog niet het maximale uit de truck te worden gehaald. “Met dit weer en een koppel van 5 500 Nm kan het leuk worden”, zegt Bauer. Hij grijnst en kijkt naar de rokende achterwielen. De laatste warming-up wordt uiteindelijk afgezegd door de raceleiding. Het parcours is gewoon te nat.


”Wat het team hier voor ons doet, is gewoon sensationeel”

Norbert Kiss, truckracer bij Tankpool24 Racing


“Dat ziet er goed uit”: Norbert Kiss (zwart pak) en André Kursim (midden) praten met het team over de optimale afstemming van de trucks.
“Dat ziet er goed uit”: Norbert Kiss (zwart pak) en André Kursim (midden) praten met het team over de optimale afstemming van de trucks.
Twee trucks in de pitstraat: André Kursim en Norbert Kiss bij de warming-up. Beide trucks verschijnen dit seizoen met nieuwe motoren aan de start.
Twee trucks in de pitstraat: André Kursim en Norbert Kiss bij de warming-up. Beide trucks verschijnen dit seizoen met nieuwe motoren aan de start.
Markus Bauer (midden) en Stefan Honens (links) in gesprek met de raceleiding. “Bij regen kan het met een koppel van 5 500 Nm leuk worden”.
Markus Bauer (midden) en Stefan Honens (links) in gesprek met de raceleiding. “Bij regen kan het met een koppel van 5 500 Nm leuk worden”.

Heel snel naar 100 km/h.

Tijdtraining de volgende dag: “Norbi, alles goed met jou?” Smalltalk is voor ‘Norbi’, zoals iedereen hem hier noemt, geen probleem. Maar nu niet. Nu concentreert de 32-jarige Kiss zich alleen nog maar op de race die dadelijk gaat beginnen. Hij pakt zijn helm van een van de achterste wiel­afdekkingen, zet hem op, leunt zijn hoofd iets naar achteren en trekt de sluiting krachtig dicht. Terwijl hij zijn racehandschoenen aantrekt, loopt hij naar voren in de richting van de cabine – en beantwoordt hij de vraag toch nog: de rechterduim gaat omhoog.



Honens, met wie Kiss ook tijdens de race radiocontact heeft, geeft het stuurwiel aan hem. De motor begint te loeien. Opnieuw gaat de duim omhoog. Kiss begint te rijden – eerst heel voorzichtig door de pitstraat. Tweede versnelling, flink gas nog voor de startbocht. Derde versnelling, vierde versnelling. Hij zit meteen boven 100 km/h. Voor de tweede bocht gaat hij in de remmen en daarna trapt hij het gaspedaal weer volledig in. De snelheid bedraagt nu 160 km/h. Vanaf hier zijn de trucks begrensd. Jochen Rindt-bocht, Red Bull Mobile-bocht – en dan zit de 2,1 kilometer erop. “Dat ging heel goed”, zegt hij, nadat hij nog een paar rondes heeft gereden.

Uiteindelijk staat Kiss op de achtste startplaats. De truckracers op de plaatsen voor hem zijn maar een fractie sneller. Hij heeft iets meer dan 65 seconden over zijn snelste ronde gedaan.

“Alles goed”, zegt Bauer. “We kunnen mee met de snelheid hier. Dat is wat we wilden weten. Het is jammer dat we niet helemaal vooraan staan. Maar pas als we een hele seconde langzamer zouden zijn, hadden we echt iets moeten veranderen. Met deze startplaats hebben we gewoon wat pech gehad.” Uiteindelijk behaalt Kiss in Spielberg zestien punten, waarmee hij in de middenmoot zit. Dus alles in orde voor het seizoen. Zoals het er nu uitziet, kan Kiss absoluut optimistisch zijn.


Fotografie: Bernhard Huber
Video: Martin Schneider-Lau

3 reacties