De Hamburger Dom: achter de coulissen van het grootste volksfeest in het noorden

Reportage

Veel werk voor veel plezier.

Ouderwetse carrousels, kicks in steeds gekkere hoogtechnologische attracties en gekleurde lekkernijen: op de Hamburger Dom vinden verleden en heden elkaar in tijdloos plezier. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door de vele ijverige handen en de krachtige trucks van Mercedes-Benz.


“Overdag of ‘s nachts, regen of sneeuw, de kermis komt altijd op de eerste plaats.”

 – Gino Schütze, kermisklant op de Hamburger Dom


Binnen enkele dagen komen kinderen en volwassenen hier weer volop gillen en smullen. Tussen de felgekleurde kraampjes en carrousels zal het ruiken naar suikerspin, gebrande amandelen en worstjes. Nieuwe en oude hits zullen zich tot één geluid versmelten, samen met de stemmen uit de speakers, het joelen van de passagiers en de piepende banden van de botsauto’s.

Maar er is nog veel werk aan de winkel vooraleer alle kramen en attracties voor de Hamburgse winterkermis op het Heiligengeistfeld in St. Pauli zijn opgesteld. De ongeveer 250 kermisklanten hebben amper twee weken de tijd om de 1,6 kilometer lange strook om te toveren in een belevenis voor groot en klein.



Horsepower in actie.

Vier dagen voor aanvang van het volksfeest hebben Gino Schütze en zijn vader Rudolf met hun vijf Roemeense medewerkers de handen vol. Op de derde opbouwdag staan er al twee grote delen van het 30 meter brede spookhuis recht, maar binnenin wacht het team nog veel werk. En als alles staat, moeten de kermisgasten nog heel wat onderhouds- en reinigingswerken uitvoeren en defecte lampjes vervangen. “Niets te doen hebben, dat bestaat eigenlijk niet”, vertelt Gino.

Bij de opbouw van ‘Kasteel Dracula’ zijn de drie gele Mercedes-Benz vrachtwagens met hun laadbakken en kranen die tot 870 kilogram kunnen heffen en de in totaal vier aanhangwagens voor het familiebedrijf onmisbaar. Net zoals vele andere kermisklanten zweert ook Gino's familie bij de voertuigen met de ster: “We hebben altijd Mercedes gehad, vroeger de 320-serie met 10 en 26 cilinders.” Vandaag een 1850 SK, een 1848 SK (beide uit bouwjaar 1994) en een 1735 SK (bouwjaar 1990). “Dat zijn onze werkmachines. Ze zijn niet meer splinternieuw, maar altijd perfect onderhouden”, zegt de 32-jarige trots.

Dat geldt ook voor het spookhuis dat in 1975 met de hand werd gebouwd door een carrouselbedrijf, maar ondertussen al twee keer helemaal opnieuw werd beschilderd en gemoderniseerd. En in thuishaven Oberhausen staat in het familiemagazijn – gedemonteerd – zelfs het oudste rondtrekkende spookhuis van Duitsland uit het jaar 1923.


Griezelen en lachen: ‘Kasteel Dracula’.
Griezelen en lachen: ‘Kasteel Dracula’.

Kermisklanten en fans van Mercedes sinds generaties.

De familie Schütze baat al in de zevende generatie twee spookhuizen uit, waarmee ze onderweg zijn tussen Flensburg en München. “We komen net van Luxemburg”, vertelt Gino. Onderweg zijn is voor de familie dagelijkse kost. Wat dat betekent, leer je al van kleins af aan: als kind moest Gino vaak elke week naar een andere school. “Dat brengt je dichter bij elkaar en je wordt ook onmiddellijk als leider gezien", zegt Gino en vervolgt met een grijns: “Delegeren is voor mij niet gemakkelijk.”

Een klassieke opleiding tot kermisklant is er eigenlijk niet. Daar zorgen, ook bij hem, meestal de ouders voor. “Je kent van alles een beetje, maar we kunnen ook een beetje alles, van elektriciteit over motoren en rollen tot tandwielen.”

Gino spreekt zelfs een beetje Roemeens, dat hij zelf heeft geleerd door te werken zijn medewerkers. Een andere job dan kermisklant kan hij zich niet voorstellen: “Mensen gelukkig maken, altijd een andere stad en altijd iets nieuws, dat vind ik fijn.” Alleen al daarom hopen hij en zijn vrouw, die ook uit een kermisfamilie komt, dat hun vierjarige dochter deze familietraditie ooit zal voortzetten.



Zeeroversromantiek op St. Pauli.

Ook Wilfried Voß uit Lüneburg kreeg het beroep van kermisklant al met de paplepel mee – met alles wat erbij komt kijken: “Ik heb op minstens 100 scholen gezeten.” Als tiener wilde hij echter eerst decorateur worden, maar koos er vervolgens voor om ‘op zichzelf te beginnen’, zoals kermisklanten het noemen. Toen Wilfried 22 jaar oud was, wilden zijn broer en hij absoluut hun eigen carrousel kopen. Daar hadden ze het geld natuurlijk niet voor, en hun vader was tegen. Uiteindelijk konden ze toch een bankier ervan overtuigen om hen een krediet te geven voor het ‘Vliegende tapijt’.



Familietraditie met de ster.

Ondertussen baat de 66-jarige pater familias met drie volwassen kinderen, waarvan ook beide zonen kermisklanten zijn, in totaal vier attracties uit. “En als mijn dochter in het weekend vrij is, helpt ze natuurlijk mee”, benadrukt Wilfried. Met ‘Zum Störtebeker’, die over de smoutebollenkraam van zijn broer staat, zetten ze de familietraditie ‘op reis’ in de zesde generatie verder.

Hierbij hoort ook hun grote affiniteit met Daimler: “Wij rijden er al 50 jaar mee, zo hadden we al een 180 Ponton, een Strich-8 en nog de 190, 200, 220, 300 280”, vertelt Wilfried. In zijn garage staat bovendien een perfect onderhouden Pagode-SL (uit bouwjaar 1969). Maar het cliché dat kermisklanten met grote voertuigen met de ster rijden, wil hij toch ontkrachten: “Behalve de Pagode moesten ze allemaal werken.” Op de dom is inderdaad amper een kermisauto zonder aanhangerkoppeling te vinden. Wilfried: “Grote auto’s dien hier niet om mee te pronken, maar om te werken.”



Onmisbaar: de 814 LK.

Ook zijn 23 jaar oude, maar goed onderhouden blauwe 814 LK met 136 pk moet werken wanneer hij te terras van zijn in totaal 18 ton zware bar ‘Zum Störtebeker’ naar de volksfeesten in Noord-Duitsland vervoert. En werkloos toekijken, dat kan Wilfried zich ook niet voorstellen: “Een vrije avond, dat bestaat niet bij ons.” Zonet moest hij de 170 ledlampjes vervangen. En na de opbouw moet alles opnieuw schoongemaakt worden, alle glazen afgewassen en elk oppervlak afgeveegd worden. Maar als Wilfried dan ‘s avonds in het schijnsel van zijn meer dan duizend ledlampjes voor zijn bar staat, glinsteren zijn ogen minstens even fel.



“Grote auto’s dien hier niet om mee te pronken, maar om te werken.”

– Wilfried Voß, kermisklant op de Hamburger Dom



Profiel van de Hamburger Dom.

De Hamburger Dom behoort, samen met de Michel, de Elbphilharmonie en de Reeperbahn, tot de mijlpalen van de Hanzestad. Drie keer per jaar, telkens vier weken, is het grootste volksfeest van het noorden te gast op het Heiligengeistfeld en trekt het grote scharen bezoekers aan: in 2016 mocht de Hamburger Dom ongeveer 7,5 miljoen bezoekers ontvangen, en is hiermee een belangrijke economische factor. De carrousels, tombola’s, eetkraampjes en andere attracties zijn de bestaansreden voor ongeveer 250 kermisbedrijven met in totaal meer dan 2.000 werknemers. Met de meestal kleine tot middelgrote ondernemingen voorzien de kermisfamilies vaak al vele generaties in hun levensonderhoud.

De jaarmarkt vindt zijn oorsprong op de Speersort in de Mariadom van Hamburg. Reeds in de 11e eeuw was het gebruikelijk dat rondtrekkende handelaars beschutting zochten voor het Hamburgse rotweer in de kapellen van de dom – het was ‘domtijd’. Sinds 1900 is de kermis verhuisd naar het 20 hectare grote Heiligengeistfeld in St. Pauli.


Ook mooi in het donker: het lichtspektakel op het Heiligengeistfeld.


Foto's: Christoph Börries

1 commentaar